Koningskinderen vindt het erg belangrijk dat uw kind wordt opgevangen in een gezonde en hygiënische omgeving. Bij de inrichting van onze ruimtes en tijdens dagelijkse activiteiten (zoals eten, drinken en toilet bezoek) wordt hier nadrukkelijk rekening mee gehouden. Op elke groep ligt voor de pedagogisch medewerkers een map met daarin ons beleid en verschillende protocollen. Het beleid veiligheid & gezondheid is daar onderdeel van en bestaat o.a. uit een risico inventarisatie en een plan van aanpak. Het beleid wordt regelmatig geëvalueerd en met de pedagogisch medewerkers besproken. U kunt aan de vestigingsmanager vragen of u deze documenten eens mag inzien.

Er worden verschillende voorzorgsmaatregelen getroffen om gezondheid en hygiëne te garanderen. Zo wordt er regelmatig de was gedaan en is er (naast de dagelijkse schoonmaak) vast schoonmaakpersoneel bij ons in dienst. De meeste pedagogisch medewerkers zijn in het bezit van een Kinder EHBO en/of BHV diploma. Tevens let ons personeel er op of kinderen zich ziek voelen en leren zij hun hygiënisch te leven (zoals een handje voor de mond bij het hoesten en handen wassen na toilet bezoek). Alle verzorginsproducten (Naïf) worden door Koningskinderen geleverd en zijn bij onze prijs inbegrepen (uitgezonderd de peuterspeelzaal).

Koningskinderen hanteert in lijn met de aanbevelingen van de Commissie Gunning een strikt beleid ter voorkoming van ongewenste intimiteiten bij kinderen. Er heerst binnen onze organisatie een open bedrijfscultuur en er is veel aandacht voor het functioneren van onze medewerkers. Directie, vestigingsmanagers, assistent leidinggevenden, onze pedagoog en natuurlijk de pedagogisch medewerkers zelf zien voortdurend toe op veilige en gezonde opvang. Daarnaast vindt er landelijk een continue screening plaats van alle medewerkers in de kinderopvang branche. Ons beleid op dit gebied – dat in overleg met de oudercommissies tot stand is gekomen – kunt u hier downloaden.

De overheid controleert de aspecten die samenhangen met de gezondheid en hygiëne van kinderopvang en buitenschoolse opvang. De plaatselijke GGD is belast met deze taak en kijkt daarbij naar wettelijke regelgeving op de verschillende onderdelen binnen de organisatie. Het GGD inspectie-rapport ligt voor u ter inzage op onze vestigingen en op het kantoor. U kunt deze hier tevens downloaden.

Ziekte

Kinderen zijn vaker ziek dan volwassenen en kunnen veelal minder goed aangeven wat er aan de hand is. Daarom is het van groot belang dat ouders en pedagogisch medewerkers altijd alert zijn als een kind zich niet goed voelt en weten hoe zij in bepaalde situaties moeten handelen. In overleg met leidinggevenden kan door een pedagogisch medewerker op basis van de klachten bepaald worden dat een kind door de ouders opgehaald moet worden of dat er in ernstige gevallen direct een arts gewaarschuwd zal worden. Uitgangspunten daarbij zijn de informatievoorziening van de GGD rondom bepaalde ziekten, het welbevinden van het zieke kind, de groepssamenstelling, gezondheid van andere kinderen en tenslotte het dagprogramma.

Als een kind zich ‘niet zo lekker voelt’, maar geen acute medische hulp, rust of uitgebreide aandacht nodig heeft (bijvoorbeeld bij lage koorts), kan het gerust naar het kinderdagverblijf, de peuterspeelzaal of de naschoolse opvang komen. Soms is een ziekte besmettelijk; Afhankelijk van het moment van constatering en de incubatietijd kan de besmetting van andere kinderen al wel of nog niet hebben plaatsgevonden, waardoor een kind in dergelijke gevallen niet altijd persé thuisgehouden hoeft te worden. Het is voor de andere ouders en kinderen evenwel van belang dit zo snel mogelijk met de pedagogisch medewerker te bespreken, zodat er adequaat gehandeld kan worden en heersende ziekten tijdig gecommuniceerd kunnen worden. Afhankelijk van groepssamenstelling en dagprogramma kan bij dezelfde diagnose soms op verschillende manieren door ons gereageerd worden. Indien uw kind medicijnen moet gebruiken, kunt u de pedagogisch medewerker vragen deze overdag toe te dienen. U dient de geneesmiddelen dan wel zelf mee te brengen en een medicijnverklaring te ondertekenen.

Wanneer kunt u uw kind wel of juist niet naar het kinderdagverblijf, de peuterspeelzaal of de buitenschoolse opvang brengen? Allereerst moet er (liefst door een arts) een duidelijke diagnose gesteld worden. Hieronder staat  kort hoe wij handelen bij de meest voorkomende infectieziekten in de kinderopvang. Wij volgen hierin de richtlijnen van het RIVM en de adviezen van de GGD. Voor de handelswijze van andere infectieziekten kun je terecht bij de vestigingsmanager. In sommige gevallen, bijvoorbeeld bij een uitbraak, kan het zijn dat de GGD ons andere adviezen geeft dan hieronder beschreven.

Ziekte Wel of niet komen?
RS virus Het kind mag komen als het zich goed genoeg voelt,
Hoofdluis Het kind mag komen mits het behandeld wordt,
Braken Het kind mag komen als het zich goed genoeg voelt,
Diarree Het kind mag komen als het zich goed genoeg voelt,
Wormpjes Het kind mag komen als het zich goed genoeg voelt en het een kuur van de huisarts heeft.
Spruw Het kind mag komen als het zich goed genoeg voelt. Het gebruik van een infectie dodend middel is wenselijk.
Ontstoken oren Het kind mag wel komen als het zich goed genoeg voelt.
Ontstoken ogen Het kind mag komen als het zich goed genoeg voelt.
Waterpokken Het kind mag komen als het zich goed genoeg voelt.
Vijfde ziekte Het kind mag komen als het zich goed genoeg voelt.
Zesde ziekte Het kind mag komen als het zich goed genoeg voelt.
Koortslip Het kind mag komen als het zich goed genoeg voelt.
Krentenbaard Het kind mag komen als het zich goed genoeg voelt. Behandeling met antibioticum (zalf/tabletten) is wenselijk.